John Bezold

‘Zelfreflectie’, Museumvisie, No. 4

2018

Musea denken opnieuw na over het begrip ‘selfie’–en gaan verder dan alleen het samenstelling van een tentoonstelling over zelfportretten door oude meesters (zoals het Mauritshuis dee in 2014) of het gebruikelijke fotomoment waarbij bezoekers een selfie kunnen nemen tegen een door het museum aangeleverde achtergrond. Er lijkt een spanningsveld te bestaan tussen muse die de selfie intellectueel benaderen en musea die het genre alleen gebruiken als een middel om hun zichtbaarheid te vergroten. Soms doen ze beide.

The Selfie Museum, Los Angeles, CA, VS
Deze selfie-tentoonstelling is groot genoeg om een eigen museum te rechtvaardigen. Het is een hybride presentatie, deels tentoonstelling, deels niet-tentoonstelling, die de uitgebreide geschiedenis van de selfie laat zien, terwijl ze ernaar streeft de hedendaagse relevantie ervan te relativeren aan de geschiedenis. De tentoonstelling omarmt tegelijkertijd haar rol als buitenmaats decor voor het nemen van nieuwe selfies, maar is ongetwijfeld ontworpen met de selfie-takende bezoekers in het achterhoofd en schiet dus tekort in de historische contextualisering van de selfie, die ze schijnbaar belooft. Selfie-trends uit de sociale media (denk maar aan selfies genomen vanop hoogbouwantennes, of eenhoornzwembaddobbers, Kusama’s spiegelende kamers en zwart-koolstof gezichtsmaskers) duiken opnieuw op in de tentoonstelling, waardoor bezoekers dergelijke beelden kunnen nabootsen zonder dat hun eigenlijke realiteit aanwezig is. Net als Instagram is deze tentoonstelling strikt visueel.

True Me, Beijing, China
Ontworpen door OMA’s interne creatieve bureau AMO; deze tentoonstelling is gewijd aan het intellectuele verleden van de selfie, zijn geschiedenis over de hele wereld, en hoe precies ons innerlijke zelf wordt beïnvloed door de stijgende relevantie van het genre in de 21e eeu–in vergelijking met ons verleden. AMO merkt op dat de tentoonstelling de overlappingen laat zien tussen hedendaagse visuele culturen, zoals mode en reclame. Designtechnisch is de tentoonstelling intrigerend omdat ze de westerse tentoonstellingscultuur laat samensmelten met de oosterse idealen over de selfie, die gezamenlijk wordt georganiseerd door de Chinese selfie-app Meitu. De tentoonstelling is daarom perfect geschikt om de ideeën en idealen over het zelf en zelfrepresentatie in de 21e eeuw over de hele wereld met elkaar te verzoenen. Deze dichotomie van gedachten manifesteert zich in contrasten tussen de rauw-betonnen ruimte waarin de tentoonstelling zich afspeelt, en de gepolijste aard van de fysieke installaties.

The Color Factory, New York, NY, VS
Deze tentoonstelling combineert 2D- en 3D-elementen–de eerste vectorafbeeldingen, de tweede ruimte – die in combinatie met elkaar het effect hebben dat ze plat worden, zodat 16 gebieden ontstaan waar bezoekers een selfie-fotoshoot tegen kunnen houden. Lichtpastels versmelten met schreeuwerige tinten om deze ruimtes te verlevendigen die, wanneer gefotografeerd, resulteren in clair-obscur beelden, als gevolg van de grootte, vorm en texturen van de materialen die de ruimtes van de tentoonstelling creëren. Het zijn bijna mini-toneelstukken; speeltuinen in de hemel van een Insta-addict. Toch is er een poging ondernomen om bezoekers aan te moedigen een aantal ruimtes in New York City te bekijken die door het instituut zijn uitgekozen omdat ze op één lijn staan met de ruimtes van de tentoonstelling–en zo de geënsceneerde werkelijkheid te laten samensmelten met de organische tegenhanger ervan in de stad. Het moedigt zinvolle selfies aan, gebruikmakend van de stedelijke context.

L’Atelier des Lumieres, Parijs, Frankrijk
De Weense Secession staat centraal in deze spectaculaire tentoonstelling, die zeker bedoeld is om een groot aantal toeristen aan te trekken die geïnteresseerd zijn in op kunst geïnspireerde selfie-achtergronden–niet de lokale Parijzenaars. Projecties van de schilderijen van Gustav Klimt uit het begin van de twintigste eeuw creëren droomwerelden in de spelonkachtige ruimten van deze lichte tentoonstelling. Het is volledig sfeervol en digitaal meeslepend van aard. Deze tentoonstelling is een betoverende val voor toeristen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de nieuwe immersieve digitale tentoonstelling van de Amos Rex in Helsinki, waar digitale projecties van dieren en planten reageren op de fysieke aanraking van museumbezoekers, en dus vernieuwend zijn in de samensmelting van digitaal en fysiek, is deze tentoonstelling juist gemaakt met de smartphone-bezittende bezoekers in gedachten. Het is visceraal; niet logisch.

×